In maart 2022 trok de Bevelse Leen Verbist (56) samen met drie andere vrouwen naar Gambia om er drie tractoren én een trailer af te leveren aan vrouwen in drie landbouwdorpen. Een project voor en door vrouwen dus. Wat begon als een persoonlijk avontuur groeide al snel uit tot een project dat haar erg na aan het hart ligt. Een vermoeiende tocht, onder meer door terugkerende technische problemen en oponthoud, dat wel. BEKEND ging met Leen praten over dit mooie avontuur.

TekstCindy Beelen FotografieJulie Kwak, Leen Verbist

Leen, hoe ben je bij dit project terecht gekomen?

Mijn ex-man en ik reisden vaak per moto of terreinwagen in o.a. Afrika en Zuid-Amerika. Na mijn scheiding begon ik die avonturen ontzettend te missen. Alsof het zo moest zijn leerde ik toen Leen Crabbé kennen, die me voorstelde voor een project mee naar Gambia te gaan. Leen kende initiatiefnemer Koen Heivers, die er samen met zijn broer Jef al twaalf jaar lang hulpgoederen bezorgde aan scholen en ziekenhuizen. Omdat de vraag naar tractoren in Gambia erg groot is, hadden zij drie tractoren aangekocht om in drie dorpen daar te gaan leveren. Koen trekt zich het lot van vrouwen erg aan en aangezien zij er de velden bewerken, wou hij de tractoren ook rechtstreeks aan hen bezorgen. Meer nog, hij wou dat ze ook door vrouwen ter plaatse gebracht werden. Omdat er als gevolg van de pandemie een plaatsje in het project was vrijgekomen, dacht Leen aan mij. En het plaatje klopte, want ik was klaar voor een nieuw avontuur! Dat dit project niet mijn reis, maar onze reis zou worden maakte alles nog mooier!

Hoe was het om met de tractor te rijden?

Leen, twee Nederlandse meisjes die pas afgestudeerd waren als huisarts en ter plaatse consultaties zouden houden en ik hebben met de tractor leren rijden na aankomst in Gambia. De tractoren waren er al eerder en werden in afwachting van onze komst technisch in orde gezet. De eerste rit viel goed mee, onder meer omdat het me wel deed denken aan rijden met een jeep. Veel hendeltjes om te bedienen heeft zo’n tractor niet, maar elke tractor heeft wel een beetje zijn eigen werking. Eens we geleerd hadden hoe vooruit en achteruit te rijden en hoe we de versnellingen moesten gebruiken, vertrokken we in konvooi naar het eerste dorp.

'Het was een onbeschrijflijk gevoel te weten dat we met het binnenrijden van de tractors echt iets goeds deden voor de vrouwen in het land.'

Op welke basis werden de dorpen die een tractor zouden krijgen gekozen?

Koen kende al wat mensen van tijdens zijn vorige reizen naar Gambia. Het eerste dorp waar we een tractor afleverden was dat van Lamin, een technieker die vooraf al de tractors in orde gezet had. Het dorp van Lama, hoofd beveiliging van de luchthaven, was het tweede dorp. Tot slot was er het dorp van Saikou, onze gids ter plaatse. Het was voor elk van hen een hele eer om een tractor aan hun dorp te kunnen bezorgen.

De mensen in de dorpen waren dus op de hoogte van jullie komst?

Absoluut, de planning lag op voorhand vast. Alleen verliep alles op z’n typisch Afrikaans en viel het tijdsschema zoals wij het voor ogen hadden helemaal in duigen. Om te beginnen startte één tractor in eerste instantie niet, waardoor er al aan gesleuteld moest worden voor de testrit. We waren trouwens erg blij dat er ook mannen mee naar Gambia waren om alle technische problemen op te lossen, thema “vrouw” of niet (lacht). Door een batterijpanne zijn we op dag één in Tendaba in het donker toegekomen en door een remprobleem haalden we op dag twee onze laatste ferry niet. Een legerboot heeft ons toen met al ons materiaal naar ons hotel aan de overkant van de rivier gebracht. ’s Anderendaags zijn we dan teruggekeerd om de tractoren op te halen. Als we daar één ding uit geleerd hebben is dat er in Gambia voor alles wel een oplossing bestaat! Een lege tank? Binnen het half uur brengt iemand een jerrycan benzine. Ferry gemist? Met een legerboot word je toch op je bestemming gebracht. Je moet ter plaatse de timing leren loslaten en bedenken dat het toch altijd goed komt… Er zal altijd iemand zijn waarop je in geval van nood kan rekenen… Maar makkelijk is dat niet als je weet dat mensen met al hun feestelijkheden op je zitten te wachten!

Hoe moeten we ons die feestelijkheden precies voorstellen?

Iedereen was opgetooid, muzikanten stonden klaar en er wachtte ons ook een erg groot feestmaal. Mensen hebben er niet veel, maar ze geven wel alles wat ze hebben… Onderweg hebben we veel armoede gezien. Vele dorpen bestaan uit lemen hutten met daken van stro. Water moet er vervoerd worden van het ene dorp naar het andere. Mensen verdienen aan de kust vijf euro per dag met toerisme en visvangst en in het binnenland met het oogsten van pindanoten en rijst. Ook daar heeft corona de inkomsten doen dalen. En toch werden we in elk dorp als koningen ontvangen. Voor hen was dat belangrijk omdat ze hun dank wilden uiten voor de tractor. Ze deden dat bv. ook met een ceremonie met toespraken die een eeuwigheid duurden! Elke zin werd vertaald van het Mandinka naar het Engels en omgekeerd. Dat in combinatie met de verzengende hitte hielp niet bij de vermoeidheid (lacht).

Hoe waren de reacties als jullie met de tractoren een dorp binnen reden?

Het was de eerste keer dat de plaatselijke bevolking vrouwen met tractors zagen rijden. Vrouwen applaudisseerden enthousiast langs de kant van de weg en mannen staken hun duim op en vonden het duidelijk stoer! Er zijn natuurlijk wel culturele verschillen. Gambia is een moslimland en daardoor is het er een beetje een mannenwereld. Koen stond er ook echt op dat wij bv. zelf de ferry van Zuiderbank naar Noorderbank op- en afreden. Het was een sterk signaal om deze lastigere taak niet te laten overnemen door mannen. Voor ons was het alleszins een onbeschrijflijk gevoel te weten dat we door het binnenrijden van het dorp echt iets goeds deden voor de vrouwen in het land.

Hoe werden alle afspraken concreet vastgelegd?

Een Belgische advocaat heeft een contract opgemaakt voor de mensen van het dorp. Koen en Jef hebben een deel gesponsord maar het restbedrag wordt door de nieuwe eigenaars met de extra opbrengsten in stukken afbetaald. Dat afbetalingsplan zorgt ook voor meer engagement en voor iets meer controle over het respecteren van de doelstellingen. Zo is één van de belangrijkste voorwaarden om de tractoren te mogen aankopen dat vrouwen gestimuleerd worden om met de tractor te rijden. Maar ook het aanleren van kinderen hoe ze hun dorp moeten schoon houden was een prioriteit. Momenteel zijn er bv. geen vuilbakken of ophaalsysteem. Alles wordt gewoon op de grond gegooid. Papieren bootjes en vliegtuigjes die ik voor de kinderen vouwde lagen twee minuten later gewoon overal op de grond…

Je hebt de Gambiaanse vrouwen ook leren tractor rijden, klopt dat?

Inderdaad. Zo heb ik erg fijne herinneringen aan Henda, die op de eerste rij stond om het te leren! Terwijl Koen en Leen het contract bespraken met het hoofd van het dorp, probeerde ik Henda zo goed mogelijk les te geven. Dat verliep erg hectisch: er was maar een half uurtje tijd, er liepen overal kinderen rond de tractor en Henda had zelfs nog nooit met een gewone auto gereden. Ik voelde erg veel verantwoordelijkheid: wat als de remmen het niet zouden doen met de kinderen in de buurt? Gelukkig verstond Henda goed Engels, nam ze alles snel op en deed ze het fantastisch!

Hadden jullie naast de tractoren nog andere goederen mee?

We hadden ook wat medisch materiaal mee zoals maandverband, luiers, pijnstillers en een basis aan antibiotica. Mijn moeder had me ook oude leesbrilletjes meegegeven waarmee één vrouw erg geholpen was. Dat was fijn voor de vrouw in kwestie, maar ook voor mijn moeder! Op voorhand had ik enkele schilderijtjes gemaakt en verkocht, zodat ik met die opbrengst nog wat extra materiaal kon aankopen om mee te nemen. Zo hadden we voor de plaatselijke school ook schriften mee. Mijn persoonlijke notitieboekje, bedoeld voor mijn reisverhalen, heb ik ook met veel plezier afgegeven aan een meisje dat naar school zou gaan. Met enkele niet-opgeblazen voetballen hebben we nog meer kinderen gelukkig gemaakt. Eén bal wordt er beschouwd als iets van het hele dorp, en niet als van één kind, zoals hier…

Jullie werden gedurende heel het traject ook gefilmd. Hoe was dat?

De filmploeg is er gekomen na een oproep van mijn vriendin Leen op het platform van het RITCS (school of arts). Zij wou graag jonge documentairemakers een kans bieden om dit avontuur te volgen. Ook voor de crew was het zowel een mentale als fysieke uitdaging om elke dag goed beeldmateriaal te verzamelen. Omdat bij het maken van zo’n documentaire elk gesprek dat je voert wordt opgenomen (we droegen de hele dag een microfoontje) waren we vaak alert en dat zorgde voor extra vermoeidheid. Maar ik wil zeker niet klagen want het was tegelijk een onvergetelijke ervaring!

Je bent deeltijds kunstenares. Ga je ook schilderijen maken over dit project?

Ja, zeker. Ik ga alles even laten berusten en dan begin ik met de voorbereiding van een expo in november. Dit moet nog concreet gemaakt worden, maar vast staat dat ik samen met drie mannen ga werken rond het thema “vrouw”. Inspiratie is er dus genoeg! Het is alsof het zo moest zijn, eerst het project in Gambia en dan nu die tentoonstelling. “Go with the flow” dus… Meteen een mooie manier om heel dit avontuur samen te vatten…!

De documentaire “Rolling on the Gambia – film” wordt verwacht eind 2022.
Instagram:
@rollingonthegambiafilm

'Als we één ding geleerd hebben is dat er in Gambia voor alles wel een oplossing bestaat!'
Deel dit artikel
THEMA