Wat maakt dat jij je (niet) goed voelt? Dat is niet voor iedereen een eenvoudige vraag. Het is vaak nog moeilijker als je oud bent en beseft dat je veel dingen niet meer kan of dierbaren, familie of vrienden niet meer zal zien. Binnen maar ook buiten de muren van woonzorgcentra in Nijlen en Kessel wordt gewerkt aan een totaalaanpak. We praatten erover met Jo Sels, directeur van de buurtzorgcentra Heilig Hart Nijlen en Sint-Jozef Kessel en Tom Vermeulen, coördinator van het Bloesem-project en verpleegkundig-specialist ouderen.

Tekst Hans Selderslaghs FotografieKatrien Truyts

Vanwaar het plan om in te zetten op dit thema?

Tom: Dat is voor een stuk gekomen vanwege de plannen voor de nieuwbouw in Kessel. We zijn ervan overtuigd dat we daar een aanbod moeten voorzien voor oudere volwassenen met een psychische kwetsbaarheid. Toen we daar echt mee aan de slag wilden, beseften we dat daar eigenlijk weinig over bekend is. Vooral ook in een woonzorgcentrum, waar je geen patiënt bent zoals in een ziekenhuis, maar waar je woont en waar je een thuis hebt.

Als je op zoek gaat naar meer kennis over hoe dat aan te pakken, kan de wetenschap dan hulp bieden?

Tom: Specifiek over ouderen is er nog te weinig bekend inzake psychische zorg. Bij onderzoek naar medicatie bv. worden bijna nooit ouderen in de studies meegenomen. Dat is te moeilijk, teveel andere factoren spelen mee, het risico op bijwerkingen is groter. De wetenschappelijke basis is dus zeer beperkt maar tegelijk ook heel hard nodig. Het langdurig geven van medicatie kan bv. sneller tot dementie leiden. Daarover moeten we nog veel bijleren.

Dementie tegengaan kan door voldoende sociale contacten te hebben. Daarvoor is ook aandacht?

Jo: Zeker, binnen het kader van Buurtzorg dat we in 2014 samen met de gemeente opstartten, kwam er bv. het sociaal restaurant. Samen eten met andere mensen en buiten een therapeutische setting praten, gaf mensen de kans om hun verhaal kwijt te kunnen en misschien oplossingen te vinden. Dat opende onze ogen voor het feit dat wij als woonzorgcentrum ook heel wat kunnen betekenen voor mensen die hier (nog) niet verblijven. We weten wat mensen nodig hebben zoals bv. een warme thuis, een goeie relatie met een zorgverlener of een medebewoner die je nog kent van vroeger. We leerden wat nodig is om een gelukkige oude dag te beleven. Het is vaak complex, mensen komen hier binnen met meerdere ziektebeelden. Dat wordt vaak al veel vroeger ingezet in een mensenleven. Wat je doet of niet doet als je in de 40, 50 of 60 bent, kan later een grote rol spelen. We nemen dus een preventieve rol op, als het kan op basis van wetenschappelijke kennis en op basis van wat we zelf weten over het belang van een goed netwerk, voldoende sociale contacten en gezonde voeding om goed in je vel te blijven zitten.

Het woonzorgcentrum treedt dus figuurlijk naar buiten naar toekomstige klanten maar ook letterlijk, door de buurt erbij te betrekken. Gaan jullie daar nog meer op inzetten?

Jo: Inderdaad, we doen infosessies, we zetten onze schouders onder de lokale dienstencentra van Nijlen en Kessel en het initiatief ‘Zorgzame Buurten’ in Bevel en we organiseren zogenaamde wandelbabbels.

Tom: We plannen ook huisbezoeken aan mensen die nog niets met het rusthuis te maken hebben. We denken aan therapeutische groepssessies rond onderwerpen als piekergedrag, goed slapen enz… Het zijn korte, heel toegankelijke sessies waar iedereen naartoe kan komen, ongeacht de leeftijd.

Het project heeft de naam ‘bloesem’ gekregen. Dat is een symbolische naam die ook nog een ander aspect aangeeft waar oudere mensen mee kunnen worstelen?

Tom: Het verwijst naar de Japanse kersenbloesem, die symbool staat voor levensvreugde en levensenergie maar tegelijk ook voor eindigheid en het aanvaarden daarvan. Net dat laatste speelt bij ouderen mee. We willen uiteraard het maximale doen om zo lang mogelijk een zo groot mogelijke levenskwaliteit te behouden, maar er is de realiteit dat je achteruitgaat. Het accepteren dat je bepaalde dingen niet meer kunt, kan helpen om mentaal gezond te blijven.

In Kessel spreken we in de toekomst over een buurtzorgcampus. Wat houdt dat allemaal in?

Jo: Dat heeft te maken met de rol die we als woonzorgcentrum kunnen spelen om ook mensen die nog thuis wonen, sterker te maken en zo lang mogelijk (mentaal) gezond te houden. Dan kunnen de mensen ook langer thuis blijven wonen. We denken concreet aan een dagverzorgingscentrum, waar mensen overdag naartoe komen en waar ze een zinvolle dag beleven, maar ’s avonds en in het weekend gaan ze wel gewoon terug naar huis. Zo’n dagverzorgingscentrum missen we nog in Nijlen, maar dat gaat er dus komen.

We hebben ook nauwe contacten met de Goezo! basisschool hier vlakbij. Er komen regelmatig kinderen van de school langs en als je ziet wat dat betekent voor onze bewoners, kinderen zien, da’s fantastisch! Een netwerk geeft zoveel betekenis aan een oudere en is enorm belangrijk. Helaas heeft niet elke oudere dat en daarin kan onze toekomstige buurtzorgcampus een mooie rol spelen. Tenslotte kan het ons ook helpen om nieuwe en gemotiveerde medewerkers te vinden. Medewerkers komen om mensen als persoon te helpen en te benaderen, dat is dan op hun beurt weer zingeving voor hen. Het geeft medewerkers ontwikkelingskansen en daar heeft op het einde van de rit iedereen baat bij.

De kleuters van de derde klas bij Goezo! Kessel brachten een bezoek aan hun naaste buren in het woonzorgcentrum Sint-Jozef. Gezamenlijk besteedden ze een uur aan fysieke activiteiten. Eerder hadden de ouderen de school bezocht, waar ze samen kleurden, bouwden en puzzelden. Ook in Nijlen vinden er regelmatig wederzijdse bezoeken plaats tussen GOEZO! Kerkeblokken en het woonzorgcentrum. Tijdens deze ontmoetingen helpen de bewoners met het schillen, snijden en verdelen van fruit in verschillende klassen. ©Kurt Heylen
Deel dit artikel
THEMA