Onder het welbekende logo met de Olympische ringen hangen namens België, dat is de droom van Liam De Smet (24) uit Kessel. Als hem dat lukt, is hij niet alleen een vertegenwoordiger van ons land, maar ook van onze gemeente, want Liam is lid van Lenig & Vlug Nijlen. Daar begon het allemaal echt voor hem en daar beginnen wij ook met dit interview.

Liam, je bent opgegroeid in Kessel en werd lid van Lenig & Vlug Nijlen. Hoe is dat gebeurd?

Als kind was ik altijd bezig met klimmen en klauteren, of het nu op de monkeybars in speeltuinen was of tijdens het koordklimmen in turnzalen; daar was ik verzot op. Ik zat toen op school in De Ceder in Kessel-Station. Juf Sandra zag al snel dat ik veel aanleg had om een goede turner te worden. De turnlessen bij haar waren altijd heel leuk, waardoor ik niet naar de naschoolse opvang hoefde. Ze raadde me aan om me aan te sluiten bij Lenig & Vlug Nijlen. Daar trainde ik met Tim Basstanie, Ken Verhaegen, Vincent Verlinden en Gerrit Hens. De coaches zagen potentieel in mij en vroegen me om meer uren op een hoger niveau te trainen. Voor mij voelde het als het behalen van een nieuw level in een videospel.

Hoe belangrijk zijn de mensen van Lenig & Vlug voor jou geweest?

Nijlen was een belangrijke tussenstap, ook al was het daar anders dan in Kessel. Kessel is een recreatieve turnclub en Nijlen is een wedstrijdclub. De liefde voor de sport en de kick van het leren van nieuwe bewegingen motiveerden me om door te blijven gaan met turnen. Ik wil mijn trainers Tim Basstanie en Ken Verhaegen bedanken, maar ook de jongens met wie ik turnde. Dat was een heel leuke periode in mijn leven.

Welke weg heb je afgelegd om in het topsportcentrum in Gent terecht te komen, waar je nu traint?

Giovanni Truyens (de broer van de toen beste Belgische gymnast Donna-Donny Truyens) zag me bezig tijdens een wedstrijd en vroeg me of ik met een topsportstatuut wilde gaan turnen. Ik zag dat wel zitten en moest daarom op mijn tiende van school veranderen. Mijn 5e en 6e leerjaar volgde ik in Edegem, omdat ik elke dag voor en na school trainde bij de regioclub Mortsel onder leiding van Gert Wuyten. Bij Gert heb ik het grootste deel van mijn basis geleerd. Daar heb ik echt leren turnen. Vanaf mijn 13e zat ik op internaat in Gent, op internationaal niveau. Daar trainde ik elke dag twee keer, behalve op woensdag en zondag, dan maar één keer. Zaterdag was onze rustdag. Vanaf mijn 18e woon ik samen met enkele andere gymnasten in een appartement in Gent. Tijdens de weekends kom ik nog regelmatig in Kessel en gaan we soms uit eten in de buurt.

2010 Liam op tienjarige leeftijd met zijn turnvrienden en trainers van Lenig & Vlug.

Hoe ziet een typische week eruit voor jou? Hoeveel train je en hoeveel lessen volg je?

Van mijn eerste tot mijn zesde middelbaar zagen mijn dagen er altijd hetzelfde uit: training van 7.30 tot 10.30 uur, daarna naar school tot 15.20 uur. Van 15.45 tot 19.00 uur een tweede training. Hierna eten, studeren en slapen op het internaat.

Momenteel zit ik in het derde jaar Bewegingsrecreatie aan de Artevelde Hogeschool in Gent. Ik combineer studeren en stage met 28 uur training per week. Ik train ’s ochtends van 9.00  tot 12.00 uur en ’s middags van 15.00   tot 18.00 uur. Op zaterdag trainen we alleen ’s ochtends, en zondag is mijn rustdag. Als topsportgymnast kun je geen lange vakanties nemen. Sinds mijn tiende ben ik nooit langer dan een week met vakantie geweest. Je conditie gaat snel achteruit wanneer je stopt met trainen en dan moet je daarna terug opbouwen. Vorige zomer kon ik vakantie en trainingen combineren. In Athene heb ik een week lang elke dag een paar uur getraind met de beste Griekse gymnast aan de ringen, Eleftherios Petrounias. De rest van de dag kon ik met mijn vriendin naar het strand gaan of de stad verkennen als toerist. Daar heb ik enorm van genoten.

Je bent nog erg jong, maar je hebt al mooie resultaten behaald. Welke prestaties zijn voor jou het meest memorabel?

Op mijn 16e werd ik Vlaams kampioen toestelturnen in Izegem. Als junior, op mijn 18e, nam ik deel aan een EK in Glasgow, waar ik zesde werd aan de ringen. Tijdens de ‘Wase Gymcup’, een Interland in Melsele, heb ik vorig jaar en dit jaar de gouden medaille gewonnen aan de ringen.

In 2022 won ik mijn eerste geldprijs van 100 euro.  Als topsportgymnast word je niet rijk!

Je hebt ook een Olympische droom. Wat moet er gebeuren voordat we je daadwerkelijk in Parijs aan de ringen zien hangen?

België heeft op het afgelopen WK drie tickets bemachtigd voor de Spelen in Parijs. Twee tickets zijn al toegewezen. Het derde ticket mag België zelf uitreiken aan een gymnast naar keuze. Simpel gezegd moet ik aantonen dat ik van de overgebleven jongens de beste kans heb om de beste prestatie neer te zetten, maar dat is verre van simpel. Ik ben een toestelspecialist en dat is moeilijk te vergelijken, zowel met andere toestelspecialisten als met allrounders, jongens die alle zes de toestellen trainen.

Om het te vergelijken met voetbal, hoe kun je een goede aanvaller vergelijken met een goede keeper? Ze kunnen beiden top zijn in hun vak, maar je mag er maar één kiezen.

Als het niet lukt voor Parijs 2024, dan ga ik vol voor Los Angeles 2028. In afwachting richt ik me op selecties voor EK’s en WK’s.

Wat zou je zeggen tegen jonge kinderen die twijfelen om aan turnen te gaan doen?

Turnen is echt een geweldige sport, zeker op jonge leeftijd. Los van de kick die je krijgt, leer je jezelf ook veel beter kennen. Je ontwikkelt jezelf niet alleen op motorisch vlak, maar ook op psychologisch en sociaal vlak leer je heel veel lessen die je later in het echte leven kunt gebruiken.

Ik combineer studeren en stage met 28 uren training per week
Liam De Smet
© Martin Rulsch - 2023 Luxemburg Open - Liam eindigde met 13.40 punten eerste in de finale aan de ringen.
Deel dit artikel
THEMA