Appels vallen niet ver van de boom, zo zeggen ze. Dat zal wel kloppen maar waar die appels daarna naartoe gaan en hoe verschillend ze onderling zijn, dat zeggen ze er niet bij. Voor Matthias en Thomas Faes is dat zeker waar. Beiden zijn ze toppers in hun vakgebied, maar die zijn zeer verschillend. Matthias is in Duitsland een professor met aanzien, Thomas reist met Nederlandse beachvolleybalteams als kinesist de hele wereld rond. Wat ze wel met mekaar gemeen hebben is dat ze twee toffe, nuchtere Nijlenaars zijn en daarmee is het altijd leuk babbelen. We beginnen met Matthias.

Thomas en Matthias Faes

Ik studeerde aan de Nayer in Sint-Katelijne-Waver en daarna doctoreerde ik aan de KU Leuven in ‘onzekerheidsanalyse in eindige elementenmodellen’, zo steekt hij van wal. Gelukkig verduidelijkt hij dat meteen. Als ingenieur testen we niet alles ‘in het echt’, we maken simulatiemodellen. In de computer testen we bv. voor een auto hoe dik iets moet zijn en welk materiaal we best waar gebruiken. Maar die kenmerken, bv. de stijfheid van een materiaal, daar zitten heel kleine variaties op. Mijn onderzoek gaat over hoe je daar mee om moet gaan om het niet alleen veilig maar ook zo efficiënt mogelijk te maken. Anders verwoord: we laten 10.000 keer virtueel een auto tegen een muur vlammen om te zien hoe het gebruik van materialen geoptimaliseerd kan worden.

Je hebt met je thesis ook een Europese prijs gewonnen?

Dat ging over simulatiemodellen in het algemeen. Het is ook een domein dat in de toekomst alleen maar aan belang gaat winnen. Ik werk ook effectief met autoconstructeurs samen. We ontwikkelen prototypes en laten die dan echt tegen een muur knallen. Dat kost een miljoen euro! Ik had al eens gevraagd of ze dan zo’n auto niet eens op mijn oprit konden zetten, maar dat kon precies niet (lacht). Hoe dan ook, als je thesis verkozen wordt tot beste van Europa, ja dat opent wel heel wat deuren.

Die deuren hebben je naar Duitsland geleid en daar werk je nu nog steeds?

Inderdaad, via de ‘Alexander Von Humboldt stichting’ zijn er middelen vrijgemaakt. In Hannover werkte ik twee jaar met één van de autoriteiten in het gebied. Daar gingen we een stapje verder, daar gingen we uit van een situatie waarbij je zelfs geen data hebt om van te vertrekken. In volledige onzekerheid, bv. over het grotere geheel waarin het moet passen later, tóch veilige dingen ontwerpen en dat virtueel simuleren, daar gaat het dan over. Daar heb ik een Junior Research Award mee gewonnen.

Waar wil jij je in dat gebied op focussen de komende jaren?

Het zijn misschien ‘buzz words’ maar machine learning en artificiële intelligentie (AI) kan in ons gebied voor een volgende stap zorgen. Ik wil daar als ingenieur wel voorzichtig mee omspringen, want AI is vaak een zwarte doos waarin enorme hoeveelheden data gestopt worden, maar waarvan je niet weet hoe AI op basis daarvan tot een resultaat komt. En net dat wil je als ingenieur toch altijd weten. Maar er komt meer en meer technologie en alles krijgt ook meer en meer sensoren, wat nóg meer data oplevert. In een ideaal toekomstbeeld kan je op basis van al die gegevens in real time voorspellen hoe groot de kans is dat en wanneer dit of dat faalt.

Matthias op de universiteit van Dortmund. Foto © Felix Schmale

Je werkt nu in Dortmund?

Ja, daar ben ik hoogleraar in de nieuwe leerstoel ‘Reliability Engineering’. Daar moest ik van nul mee starten, ik heb er veel plezier aan dat helemaal op te bouwen. Het begint te lopen, met een assistent en een drietal doctoraatstudenten. Vanuit mijn opleiding vertaal ik dat betrouwbaarheidsonderzoek vooral naar machines en toestellen maar die komen bijna overal bij kijken. Biomechanica bv. en hoe protheses er moeten uitzien en hoe die krachten uitoefenen en op het welzijn van de patiënt.

Jij woont nu dan ook in Duitsland?

Ja, dat had ik ook nooit gedacht toen ik hier in de Kerkeblokken school liep, maar ik had altijd wel de hoop om op mijn 30ste professor te kunnen zijn. Dat heb ik gehaald en dat is dan in Duitsland geworden. Ik ben de wetenschap daar naartoe gevolgd. Voor congressen trek ik sowieso de wereld rond…

Ik had altijd wel de hoop om op mijn 30ste professor te kunnen zijn.
Matthias Faes

Dat heeft Matthias gemeen met broer Thomas, die trekt ook de hele wereld rond, maar dan in een heel ander gebied. Maar ook voor hem begon het allemaal veel dichter bij huis.

Ik volgde exact hetzelfde traject als mijn broer, eerst naar de Kerkeblokken en later naar het college in Lier. Daarna koos ik voor kinesitherapie. Net als mijn broer wil ik weten hoe alles in mekaar zit maar bij mij eerder gericht op het menselijk lichaam.

Je liep dan stages in ziekenhuizen en zo ontdekte je welke richting je binnen de kinesitherapie op wilde?

Ja, in ziekenhuizen krijg je echt met het lijden van de mensen te maken en dat kon ik maar moeilijk van me afzetten. Ik dacht dan aan de topsport, waar je mensen helpt om grenzen te verleggen. Maar in die topsportwereld zijn de plaatsjes heel duur. Ik schreef voetbalclubs aan maar door de beperkte respons wist ik dat ik het anders moest aanpakken. Ik ben gewoon de praktijk van de fysio van de Antwerp Giants binnengestapt met de vraag om daar enkele weken stage te lopen en dat mocht! Daar heb ik me vol op gesmeten, veel extra uren gedaan en ook veel op de spelers ingepraat of ze geen goed woordje konden doen voor mij (lacht).

Hoe ging je dan van basketbal naar beachvolleybal?

Ik werkte toen ook in een praktijk in Wilrijk en daar kwam ik in contact met het Belgische beachvolleybalteam. Die mannen trokken toen de wereld al rond en ik had al grappend gezegd ‘ik ga wel eens mee als je niemand vindt’, maar die hadden dat serieus opgepakt. En zo ging ik een keer mee naar een tornooi in Fort Lauderdale in Florida. Toen was de trein vetrokken of beter het vliegtuig want ik ging mee naar tornooien over de hele wereld: China, Brazilië, …

Thomas met het Nederlandse beachvolleyballteam op de Nations cup in Wenen, 2022

Je combineerde dat met werken in een ‘gewone’ praktijk. Hoe ging je om met dat verschil?

Ik zie daar eigenlijk geen verschil in. Of het nu gaat om een topsporter terug fit te krijgen of een recreant die hard getraind heeft voor bv. de Ten Miles en om die dan te helpen om dat mogelijk te maken, dat geeft allebei hetzelfde fijne gevoel en voldoening. Ik zie de resultaten van mijn werk letterlijk rondlopen. De dankbaarheid is bij de ‘gewone’ mensen vaak oprechter en groter.

Daarmee zijn we nog niet bij waar je nu werkt, daarvoor moeten we naar Nederland.

Ja inderdaad, het beachtour gebeuren van het volleybal is een beetje zoals tennis of formule 1. Je reist de hele wereld rond maar altijd wel met dezelfde teams en atleten. De coach van ons Belgisch team is een Nederlander met heel veel aanzien in de beachvolleywereld. Die vertelde me dat hij een contract had getekend bij het Nederlandse team en hij vroeg of ik niet met hem wou meegaan. Ik had toen een huwelijk dat er zat aan te komen en we gingen samenwonen, dus dat kwam niet zo goed uit. Maar met die faciliteiten en omkadering voelde ik me een kind in een snoepwinkel. Dat was wereldtop, met een wereldtitel en olympische medailles! 

En toen was het vliegtuig opnieuw vertrokken?

Dat kan je wel zeggen en hoe. Die tornooien zijn altijd op plaatsen met mooi weer en stranden. We spreken over Mexico, Brazilië, Qatar enz.. Ik ben dit jaar 180 dagen in het buitenland geweest. Twee dagen na mijn huwelijk vertrok ik alweer naar Parijs en de Malediven. Ik vind het razend knap van mijn vrouw dat ze me daar blijft in steunen! Ik had het niet gedaan als zij er niet akkoord mee was.

Het is waanzinnig: in Mexico stonden er 600 mensen naar de opwarming te kijken omdat ze geen kaartje hadden voor de tribune. Ook ik als staf, niet eens als speler, kon niet op straat komen zonder handtekeningen te moeten uitdelen of mee op de foto te gaan. Gek tot en met. Maar ik spreek nog altijd gewoon Nijlens, je kan de Nijlenaar wel uit Nijlen halen, maar Nijlen nooit uit de Nijlenaar!

Toen was de trein vetrokken of beter het vliegtuig want ik ging mee naar tornooien over de hele wereld.
Deel dit artikel
THEMA