Oorlog in Europa is sinds enkele maanden geen ver-van-mijn-bed-show meer. Sommigen blijken in dergelijke loodzware omstandigheden onvoorstelbaar moedig. Die moed moet je niet verder zoeken dan hier in ons eigen Nijlen. Meerdere dorpsgenoten hebben in oorlogstijden niets minder dan heldendaden verricht. We vertellen hier één van die verhalen. Het is het straffe verhaal van Gust Helsen, vader van Rosa, Simonne, Chris en Luc. Het leest als een spannende spionageroman en lijkt wel op een aflevering van ‘Allo Allo’. Alleen gaat het om bittere ernst, letterlijk met gevaar voor eigen leven! Simonne en Luc vertellen er graag meer over.

TekstHans Selderslaghs FotografieKurt Heylen
Luc en Simonne Helsen

Simonne en Luc, hoe begon het tijdens de oorlog allemaal voor jullie vader?

Met zijn 19 jaar was Gust één van de jongste soldaten in het Belgische leger. Hij had alleen een mes als wapen en het bevel om bij de inval van de Duitsers te vluchten naar het zuiden van Frankrijk was dus zeker geen slecht idee. Toen België zich had overgegeven moesten ze terugkeren, maar dat liep al snel mis. In de bergachtige Ardèche begaven de remmen van de vrachtwagen het omdat de officier het bevel gegeven had om tijdens het afdalen de motor af te zetten. Ze donderden het ravijn in. Vijf soldaten lieten het leven, onze vader was één van de 14 zwaargewonden. Hij lag enkele dagen in coma en was zwaargewond aan de rechterarm. Die rechterkant is altijd gevoelloos gebleven, maar hij kon zijn arm en hand nog wel gebruiken.

Hoe recupereerde hij van het ongeval?

Na een verblijf van bijna zes maanden in een Frans hospitaal keerde hij in 1941 terug naar Nijlen. De Duitse bezetter gaf hem de toestemming om meerdere keren per week naar hospitalen in Antwerpen te rijden voor verdere revalidatie. Het gaf mijn vader de kans daar contacten te leggen, inlichtingen te verzamelen en safehouses te contacteren. Hij reed altijd met de fiets over en weer naar ’t Stad en is op die manier letterlijk in de weerstand gerold. Vader deed dan bv. een babbeltje met de Duitse soldaten aan de wachtposten, die niet beseften dat ze hem zo waardevolle informatie doorspeelden.

Die informatie had hij nodig om het leven te redden van Amerikaanse piloten. Hoe is hij daarbij gekomen?

Dat verliep in het kader van ‘Belgian Underground’ en de ‘escape-line for downed airmen’. Omdat de grensstreek van Nederland en België op de aanvliegroute lag voor zware bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, waren het vooral Amerikaanse piloten die met de hulp van mijn vader in de zogenaamde ontsnappingsketen werden gebracht.

Heb je een naam of namen van Amerikanen die hun leven danken aan uw vader?

We hebben één ontsnapping heel gedetailleerd kunnen reconstrueren. Bruno Gallerani was een staartschutter op een Amerikaanse B-17 bommenwerper, genaamd Jolly Roger. Op 17 augustus 1943 nam zijn toestel deel aan de befaamde bombardementen op de vliegtuigfabrieken in Regensburg en de fabrieken van kogellagers (die nodig zijn om motoren te kunnen maken) in Schweinfurt. In Woensdrecht, aan de grens met België, werd Jolly Roger neergeschoten. Vier mannen kwamen neer in de omgeving van Zoersel, één man sterft op de grond en twee werden opgepakt door de Duitsers. Bruno kon ontsnappen aan de Duitse speurhonden, maar omdat hij een deel van zijn kleding verloren was konden de speurhonden zijn geurspoor volgen. Toen hij het Albertkanaal overzwom werd dat lastiger en kon hij ontkomen.

Wat was daarna precies de rol van jullie vader?

Toen leden van de Belgische weerstand Bruno opmerkten, droegen ze hem over aan onze vader. Eerst en vooral moest hij op een veilig onderduikadres Bruno’s identiteit controleren. In dit geval was dat in de Tibourschrans in ‘t Hofke. Voor elke piloot die opsteeg vanuit het Verenigd Koninkrijk lag er onder verzegelde omslag een paswoord in een centraal register. Als Bruno geen paswoord had kunnen geven, dan had men hem ervan verdacht een Duitse infiltrant te zijn en zou hij meteen gedood geweest zijn. Via een geheime zender in Ranst vroeg mijn vader het paswoord op in Londen en binnen het uur kwam als antwoord: ‘gouden ring met een otter er in gegraveerd’. Dat paswoord klopte. Het verwees naar een ring die Bruno voor zijn plechtige communie van zijn grootvader had gekregen. Bruno was wie hij beweerde en kon verder de ontsnappingsketen in.

Hoe ging het daarna verder in zijn werk?

Per fiets ging het naar een safehouse in Antwerpen. Bruno had geluk dat hij kon fietsen want dat was toen bij veel Amerikanen niet het geval. De piloten zorgden er altijd voor dat ze niet naar gezichten keken en zeker geen namen onthielden. Zo kon de Gestapo deze info bij een eventuele arrestatie niet door foltering te weten komen. Via Antwerpen, Brussel en Parijs ging het naar de voet van de Pyreneeën. Dit is de zogenaamde COMET-route. Met behulp van gidsen en daarna ook van Amerikaanse geheime agenten per trein vervolgden ze hun tocht tot in Gibraltar. De laatste etappe was dan met het vliegtuig terug naar Engeland. Via de BBC werd de codezin ‘Napoleon is in Waterloo’ uitgestuurd. Dit was voor vader het verlossende bericht dat Bruno veilig en wel in Engeland was geraakt.  

Jullie vader stond constant onder zware stress, dat moet toch z’n tol geëist hebben?

Wat onze vader deed was levensgevaarlijk. Elk foutje of elk moment van onoplettendheid kon fataal zijn! Hij heeft die stress altijd kunnen beheersen. Maar toen op de avond van 6 juni 1944 generaal Eisenhower aankondigde dat de landing van de geallieerden een succes was, toen moest het er allemaal uit. Hij kreeg oncontroleerbare rillingen en ging in een nabijgelegen korenveld een paar uur wenen als een klein kind. Oorlog is een vies beestje dat heel diep onder je huid en in je hoofd kruipt!

Zijn heldendaden waren na D-day nog niet ten einde. Wat deed hij daarna nog?

Na D-day gaf mijn vader troepenbewegingen van de Duitsers door. Zo signaliseerde hij waar een klein regiment soldaten van de SS in opleiding was. De meesten waren waarschijnlijk amper 18 jaar. Het gaf aan dat Duitsland geen andere keuze had dan zo’n jonge jongens letterlijk in de strijd te gooien. Ze waren bijna verslagen, maar er was nog lang geen tijd voor medelijden, dat is nu eenmaal oorlog… Op aangeven van mijn vader, die zich in Nijlen met een groep vrienden in de spoorwegberm ophield, openden zes Amerikaanse jachtbommenwerpers de aanval met brandbommen. De jonge Duitsers maakten geen schijn van kans, wellicht hebben er daar zeker 50 het leven gelaten…
Maar ook daar bleef het niet bij. Gust toonde later ook tactisch en strategisch inzicht te hebben…

Vlak voor de bevrijding vertelde een agent van de SOE (Special Operation Executive, in feite de special forces van nu) dat een beruchte collaborateur een buitenverblijf had in de Paddenkote in Nijlen. Het ging om de Nederlander Antoon Brinkel, woonachtig in Heist-op-den-Berg, die nauwe banden had met de Gestapo en zich als een beest gedroeg in het concentratiekamp in Breendonk. Vader moest het moordcommando (SAS – special air service van de Britten) de weg tonen. Zij zouden dan een capsule cyaankali in de keel van de man en zijn vrouw duwen. Een geruisloze dood volgde dan onmiddellijk. Maar vader heeft deze operatie tegengehouden omdat hij vreesde dat de Duitsers als represaille nog meer mensen zouden gijzelen. Dat had hij goed bekeken want dat gebeurde wel meer.

In maart 1945 kwam het bericht van de Amerikaanse inlichtingendiensten dat de collaborateur en zijn vrouw door de Russen gevat waren. De vrouw was na ‘een feestje’ met een aantal Russen terechtgesteld, de man had ‘een enkele treinreis’ naar Siberië gekregen en is daar omgekomen door ontbering.

Gust was later ook betrokken bij het neerhalen van de beruchte Duitse vliegende bommen?

Ja dat was bij een luchtafweerbatterij van het 125ste ‘AAA (Anti Aircraft Artillery) Gun Batallion’ in Bevel. Die maakte deel uit van een verdedigingsgordel rond Antwerpen. Hitler nam de stad en de haven onder vuur met de beruchte vliegende bommen, de V1. Met zware vierloops machinegeweren in een open veld hadden ze een groot open schutsveld. Ze slaagden er geregeld in om zo’n V-bom neer te halen of toch in de lucht te raken. Het waren echt heel andere tijden. Zo kreeg mijn vader soms handgranaten (zowel Amerikaanse als Duitse die her en der gevonden werden) en daar ging hij mee… vissen in de vlakbij gelegen Nete. Door de luchtverplaatsing van de ontploffing onder water kwam er vis bovendrijven en die kon je dan met een netje simpelweg opscheppen. Het waren tijden van schaarste. De Duitse granaten bleken daar trouwens de meest effectieve voor.

Hoe ging het voor hem verder na de oorlog?

De Staatsveiligheid vroeg vader na de oorlog om voor hen te komen werken. Maar dat wilde hij niet. Hij vond dat het genoeg geweest was en hij zijn job gedaan had. De rest van zijn leven heeft hij als een echte Nijlenaar als diamantslijper gewerkt. Maar de oorlog heeft hij nooit helemaal losgelaten. In 1948 kreeg hij een erkenning van de dienst ‘MIS X’, één van de meeste geheime afdelingen van het Amerikaanse leger in WOII (speciaal opgericht voor escapes lines). Zijn hele leven is hij nog blijven opkomen voor de rechten van oorlogsinvaliden en voor voormalige leden van de weerstand. Misschien heeft Bruno Gallerani dat in Amerika ook wel gedaan en dacht hij daarbij wel eens terug aan mijn vader. In 2018 mailde ik nog met hem, vertelt Luc. Hij woont in Longmeadow, in de staat Massachussets.

Gust Helsen overleed in 2004, als gewone Nijlenaar maar zeker ook als held. Die erkenning kreeg hij nogmaals  officieel toen de Amerikaanse CDA (charge d’affaires, dienstdoende ambassadeur in Belgïë) Nicholas Berliner op 25 februari van dit jaar een bezoek bracht aan de werkplaats van zoon Luc, een pilootfabriek op vlak van biotechnologie in Gent. Bij het laatste agendapunt van het bezoek stond vermeld: ‘a little present’…

En het was ook een klein doosje dat Luc toegestopt kreeg. ‘Ik dacht dat het pralines waren’, vertelt Luc lachend. Maar toen ik het doosje opendeed lag daar een officiële medaille van het Witte Huis te blinken!’

Ik dacht dat het pralines waren,Maar toen ik het doosje opendeed lag daar een officiële medaille van het Witte Huis te blinken!'
Luc Helsen
Deel dit artikel
THEMA