Beste Stan, 40 jaar leerling zijn, dat kan tellen. Al jaar en dag schuim je hier de ateliers af alsof het een lieve lust is. Je bent onlosmakelijk verbonden aan bijna elk atelier dat de Academie rijk is. We horen erg graag hoe het zo ver gekomen is.
“Ik begon in 1982 met tekenen en schilderen bij Wim Verswijvel, de toenmalige leraar tekenkunst. Mijn schoonvader ging geregeld wel eens ergens klussen en op een gegeven moment vroeg hij mijn hulp bij een karwei. Zo kwam ik terecht bij Hugo Van de Wouwer, de toenmalige directeur van de Academie die toen een overgangsjaar van leraar naar directeur maakte. Ik toonde hem de portretten die ik al eens gemaakt had van Laurette, mijn vrouw en van mijn schoonmoeder, en Hugo vond ze mooi. Tot mijn grote verbazing nodigde hij me zelfs uit om naar de Academie te komen. Over boeken en zo weet ik niet veel en mijn schrijfsels vind ik ook niet zo denderend. Maar mijn portretten, die waren goed.”
Welke ateliers heb je allemaal gevolgd?
“Schilderen, tekenen, keramiek en cross-over levend model/tekenkunst. Specialisaties zijn niks voor mij. Ik werk graag, ben graag met mijn handen bezig en daarom heb ik bovenop tekenen en schilderen ook voor keramiek gekozen. Als je met die klei bezig bent, ben je precies bezig met een “vrouwenpoepke”… Een “zwanske” mag al eens hé. (grinnikt)
Wat doe je met je beeldjes als die klaar zijn?
“Naast ons huis hadden mijn vrouw en ik een stuk grond gekocht waar ik mijn atelier op gebouwd heb. Daarin verzamel ik al mijn beeldjes, dat staat vol. Naast de keuken, waar vroeger mijn schoonmoeder woonde en waar het warm is, staat nu mijn schildersezel. Maar eigenlijk kom ik daar niet zo vaak. Gisteravond nog was ik binnen in huis bezig, aan de keukentafel… De klei lag overal op de grond en dan moet ik dat nadien allemaal opkuisen he. Ik geraak van die keukentafel niet weg. Mijn vrouw, Laurette (overleden in 2018, nvdr.), vond dat niet erg, die had dat graag. Dan kon ze mij in ’t oog houden hé. Anders ging ik misschien lopen” (knipoog)
Waaraan werk je op dit moment?
“Aan een vis met een mensenkop. Dat heb ik natuurlijk ook eerst uitgetekend maar de tekening vind ik helaas niet meer terug… Ik ken het ontwerp gelukkig wel min of meer uit mijn hoofd.”
Herken je deze foto nog, Stan? Weet je nog wanneer die gemaakt is? (Ik toon hem de foto die Luc Van Malderen maakte van Stan als steampunk-model)
Jazeker. Die is gemaakt op de Dag van de Academies door iemand die fotografie volgde. Dat was twee jaar geleden, hierboven op de zolder van de Academie. Die foto heeft zelfs op een tentoonstelling gehangen. Levensgroot! Het thema was ‘steampunk’ en ze hadden gevraagd of ik model wilde staan voor een fotoshoot in dat thema. Geert, de poetsman, heeft toen trouwens ook model gestaan.
Welke leuke anekdote kan je je verder nog herinneren?
“Gisteren in het atelier levend model hadden we nog een paar minuten over en de lerares vroeg toen of er iemand nog even wilde poseren. Dat wilde ik wel doen en ik begon zogezegd mijn kleren uit te trekken. Maar ze zei dat ik ze moest aanhouden.” (hilarisch lachje)
Als je je carrière in één zin zou samenvatten, hoe zou je die dan omschrijven?
“De Academie is mijn tweede thuis. Vorig jaar overwoog ik even om te stoppen. Ik wou graag terug een hond, maar dat beestje zou teveel alleen moeten zitten als ik weg ben en dat heb ik niet graag. Vroeger durfde ik ook al eens eentje te gaan drinken maar dat doe ik nu ook niet meer.”
En hoe lang plan je nog leerling aan de Academie te blijven?
“Zo lang als ik mag….” Dankjewel Stan voor dit aangename gesprek. We wensen je nog vele fijne jaren in de Academie Voor Beeldende Kunsten Nijlen!