Samen met de dorpsgesprekken over de toekomstige mobiliteit in onze gemeente en welke principes daarbij vooropstaan, is er ook een burgerinitiatief. Onder de naam ‘Diamanttrappers’ dragen deze mensen belangeloos hun steentje bij aan de overgang naar een veiligere, rustigere en duurzamere mobiliteit. Dat zijn grote woorden, maar het zijn dan ook mensen met een groot engagement, zo blijkt uit een gesprek met twee van hen: Erik Morrens en Danielle Ceulemans.

Vanwaar de idee voor de ‘Diamanttrappers’?

Erik: Het begon tijdens on-line vergaderingen met Meneer De Leeuw, het bureau dat de gemeente begeleidt bij de opmaak van het mobiliteitsplan. Zij vroegen om een fietsroute uit te stippelen doorheen Bevel, Kessel en Nijlen. Via deze fietsroute kregen we een beeld van wat goed is, wat beter kan en wat absoluut moet veranderen. Een fietsbende dus en die moet natuurlijk een naam hebben. We dachten eerst aan de Sparrijders, de bijnaam van de Nijlenaars. Maar dit was een roversbende, het mocht een beetje vriendelijker. Diamant is natuurlijk ook het symbool van onze gemeente en dus kwam al snel het idee om de Diamant en onze fietstrappers te verbinden en zo werden we de Diamanttrappers.

Wie zijn jullie en waarom doen jullie dit precies?

Erik: We zijn gewoon Nijlenaars die samen vergaderen, on-line als het moet en face to face als het kan.  We willen mensen overtuigen van de noodzaak maar zeker ook van de voordelen van de zogenaamde modal shift. Dit wil zeggen: op twee wielen of twee benen als het kan en enkel op vier wielen als het echt moet.

Daniëlle:  We zijn mensen die zich willen inzetten om het verkeer veiliger en aangenamer te maken. Ook het milieu aspect speelt zeker mee. Fietsen, autodelen, het openbaar vervoer, het zijn allemaal dingen waar we graag mee over nadenken.

Van links naar rechts • Vooraan: Grietje Renders, André Eysermans • Tweede rij: Pieter Deschamps, Daniëlle Ceulemans, Erik Morrens • Achteraan: Dries Gysels, Koos Fransen

Kunnen jullie begrijpen dat mensen vinden dat mobiliteit niet hun probleem is maar dat van ‘de gemeente’? Wat is jullie reactie daarop?

Erik: Natuurlijk is mobiliteit in de eerste plaats een zaak van de gemeente en de overheid. Maar door ons als burgers bij het traject te betrekken krijgt de gemeente meer input van wat er leeft.  Ik denk dat iedereen wel voor veilig verkeer wil gaan. Vaak zijn een paar eenvoudige ingrepen al genoeg om snel resultaat te bereiken. Maar wat die ingrepen betreft, is er een groot verschil in draagvlak. Een fietser, een automobilist, een vrachtwagenchauffeur, .. iedereen heeft andere noden.  Een oplossing vinden die voor iedereen aanvaardbaar is, dát is de uitdaging.

Daniëlle:  Ik kan zeker begrijpen dat zolang mensen zelf niet continu stilstaan, hun eerste reactie is dat mobiliteit een probleem is van de gemeente of misschien hoogstens van de bewoners van de grote en drukke wegen. Anderzijds bleek bijvoorbeeld tijdens de lockdown van vorig jaar dat zo goed als iedereen aangaf dat minder gemotoriseerd verkeer een rustgevend gevoel gaf. Dit was natuurlijk een extreme situatie, maar ze toont wel aan hoe het zou kunnen zijn als we volop voor de ‘modal shift’ zouden kiezen. We komen bijna allemaal op een gegeven moment in een situatie waarin we toch moeten nadenken over hoe we ons verplaatsen:  kinderen die ouder worden en wat verder van huis naar school gaan, oma en opa die niet meer goed te been zijn en de auto noodgedwongen achterwege moeten laten en op zoek gaan naar een alternatief om boodschappen en uitstapjes te kunnen maken enz…

Hoe belangrijk is het om (zoveel mogelijk) mensen mee krijgen in de mentaliteitswijziging waarvan sprake in het ontwerp van het mobiliteitsplan?

Erik: Het is superbelangrijk om zoveel mogelijk mensen mee te nemen in de mentaliteitswijziging.  Mensen nemen vaak  hetzelfde vervoersmiddel of dezelfde route uit gewoonte of omwille van de ” andere onbekende “mogelijkheden. Als mensen samen nadenken over verandering en verbetering, zorgt dat ook voor meer begrip. Als we zien dat onze buur vaker de fiets neemt, zal waarschijnlijk de stap om zelf ook eens de fiets te nemen sneller volgen.

Daniëlle: Dat het belangrijk is om zo veel mogelijk mensen mee te krijgen in de mentaliteitswijziging blijkt duidelijk uit de cijfers die zeggen dat 70% van de verplaatsingen binnen de gemeente gebeuren door inwoners zelf. Als we zelf het principe ‘het juiste type vervoer voor de juiste verplaatsing’ toepassen, dan zou dit al een merkbare verandering teweeg brengen.

De mentaliteit veranderen, hoe willen jullie daar aan bijdragen?

Erik:  In de eerste plaats door zelf het voorbeeld te geven. Ik zelf fiets nu al enkele jaren naar mijn werk. Ook voor kleine verplaatsingen  neem ik zo veel mogelijk de fiets. Dit maakt me rustiger. Buitenlucht, geen file, geen parkeerplaats zoeken en goed voor de conditie, het milieu én de portemonnee. Daar kan een mens toch alleen maar gelukkig van worden! Die boodschap vertel ik graag aan iedereen. Vaak krijg je dan wel de opmerking: ‘ja maar wat als het regent’. Mijn antwoord daarop: een regenpak houd je droog en de druppels op mijn gezicht zorgen voor een natuurlijke massage. Het is natuurlijk niet zo dat ik nooit de auto neem, maar als het even kan, dan toch liever de fiets.

Welke acties willen jullie concreet op poten zetten?

Erik: Het zou leuk zijn als veel mensen zichzelf een “Diamanttrapper ” voelen.  Ik hoop vooral dat we met onze bestuursleden (en ambtenaar mobiliteit) blijven samenwerken. Misschien door 2 of 3 keer per jaar samen te komen en ideeën te verzamelen en de resultaten bespreken van de acties. Ook een “Diamanttrappers platform” zou ik graag lanceren. Via een link op de startpagina van de gemeentesite bv zouden mensen een hinderlijke of gevaarlijke situatie voor voetgangers, fietsers of automobilisten kunnen melden. De bedoeling is dan dat de mobiliteitsambtenaar dit kort opvolgt en snel actie onderneemt. Wanneer er bv glas op de baan of het fietspad ligt, kan een technische ploeg dit opruimen. Verzakkingen in de weg, takken die overhangen, versperringen op de baan…  Vaak kunnen deze zaken snel opgelost worden, maar het begint bij ze te melden. Anders blijft het probleem wat het is. Wanneer er meer structurele problemen zijn, zoals een verzakking, kan de gemeente meegeven op welke termijn dit opgelost zal worden. Zo weet iedereen dat het probleem gekend is en dat het opgelost zal worden.

Een eventueel tweede luik van het Diamanttrappers platform zou een ‘fun part’ kunnen zijn. Hierop kunnen mensen tips geven. Waar is het nu mooi om te fietsen of te wandelen: een prachtige tuin, mooie bloesembomen,  een veulen , lammetjes of vogels te spotten. Waar krijg je wanneer iets extra bij de koffie.

Daniëlle: Ik zou willen bijdragen aan een dialoog met kinderen en jeugd. Hoe zien zij mobiliteit? Welk zijn voor hen bijvoorbeeld struikelblokken die maken dat ze zich niet op een zelfstandige manier verplaatsen maar er voor kiezen zich te laten voeren met de auto. Vandaag de dag zijn er kinderen die nog geen 500 meter van hun school wonen en niet zonder begeleiding naar  school kunnen/mogen gaan! Zijn ze aangewezen om de hoofdroutes te volgen of zijn trage wegen alternatieven?  Hoe kunnen we hen helpen om volwaardige autonome deelnemers aan de mobiliteit te zijn en hen een basis mee geven om later ook stil te staan bij duurzame mobiliteit.

Van links naar rechts • Vooraan: Erik Morrens, Koos Fransen • Tweede rij: André Eysermans, Grietje Renders • Achteraan: Dries Gysels, Daniëlle Ceulemans, Pieter Deschamps

Welke concrete hulp kunnen jullie daarbij nog gebruiken?

Erik: Ik denk dat het vooral belangrijk is dat we met de gemeente verder bespreken hoe zij het traject zien. Kunnen we  als Diamanttrappers enkele keren per jaar samenkomen met de mobiliteitsmedewerkers van de gemeente? Gaat de communicatie open blijven, zoals. Dan zou het zeker fijn zijn als er nog enthousiaste mensen zijn die bruisen van de ideeën.

Daniëlle: Belangrijk is natuurlijk input van de kinderen/jongeren zelf. Ook mensen die veel omgang hebben met kinderen en hun leefwereld goed begrijpen en kennen zoals  onderwijzers, leiding van jeugdbeweging enz. zouden zeker een nuttige bijdrage kunnen leveren.

Hoe kunnen mensen in contact komen met jullie?

Via de dienst mobiliteit van de gemeente kunnen mensen van zich laten horen via 03 410 02 11 of info@nijlen.be of online via www.nijlenmeemaken.be kan iedereen ook suggesties doen of zich kandidaat stellen om mee iets uit te werken.

Deel dit artikel
THEMA