In de zomer van 2022 reisde de 19-jarige Min Su Van Dyck uit Nijlen samen met zeven andere jongvolwassenen gedurende drie weken naar Guéreo in Senegal. Min Su zette zich daar voor Bouworde vzw in voor gendergelijkheid en bouwde er mee aan een atelier voor de vrouwen uit het dorp. Zij maken er intussen zeep en kleding om extra inkomsten te genereren.

TekstCindy Beelen FotografieHanne Maenhout & Min Su Van Dyck

Hoe kwam je erbij om een vrijwilligersreis te maken?

Ik zet me graag in voor anderen en hou ervan leuke herinneringen te maken met mensen die belangrijk voor me zijn. Toen een vriendin me vertelde over Bouworde vzw zagen we een mooie kans om samen het avontuur met hen aan te gaan. De organisatie werkt inleefreizen uit voor jongeren tussen de 18 en 30 en dat zowel in binnen- als buitenland. Het concept om niet alleen een mooie reis te maken maar tegelijk ook iets goeds te doen voor anderen beviel me heel erg. Het feit dat het praktische gedeelte van de reis door Bouworde vzw geregeld werd, was mooi meegenomen.

Hoe ben je dan bij dit specifieke project terecht gekomen?

Afrika sprak ons altijd al wel aan, maar ook het thema van het project moest ons nauw aan het hart liggen. Omdat het initiatief in Guéreo zich inzet voor vrouwen hebben we hiervoor gekozen. Mijn zin voor engagement heb ik meegekregen tijdens mijn opvoeding. Ik besef heel erg dat we het hier in België best goed hebben. Als ik dan een bijdrage kan leveren om het voor anderen ook wat beter te maken, doe ik dat graag. Het valt trouwens wel op dat het vooral meisjes zijn die meegaan op de inleefreizen die zich inzetten voor vrouwen.

Hoort er ook een voorbereiding bij zo’n reis?

Jazeker. Tijdens een soort vormingsdag maakten we kennis met de groep en vertelden ze ons over het project zelf. Tegelijkertijd kregen we ook meer praktische informatie. Zo hoorden we bijvoorbeeld dat we ons moesten laten inenten tegen gele koorts en hondsdolheid in het Tropisch Instituut voor Geneeskunde. Verder konden we deelnemen aan een aantal workshops. Omdat Senegal een islamitisch land is heb ik er één gevolgd over de Islam. Het was toch wel handig om te weten hoe ze daar denken over bepaalde dingen…

(lees verder onder de foto)

Hoe zagen je werkdagen er ter plaatse uit?

Op weekdagen bouwden we in de voormiddag aan het atelier. We maakten zelf bakstenen door zand en stenen te malen en dat mengsel vervolgens door een machine te laten samendrukken. De lokale werklieden, die trouwens ongeveer even oud waren als ik, deden dan het echt technische werk. Eigenlijk waren we dus een soort hulpjes. Het was fysiek best pittig werk, maar het verliep tegelijkertijd wat “The African Way”: een beetje trager, op het gemak, eens wat lachen en dan wat praten. Sowieso haal je er zoveel energie uit waardoor het allemaal bijna vanzelf gaat. We hadden op de werf ook muziekboxen mee en zongen en dansten mee op de nummers van Stromae! Dat lukte perfect, want Frans is ook in Senegal de tweede taal… De werklieden waakten er ook over dat we onszelf niet zouden forceren en geregeld een rustpauze inlasten. Ze waren uiteindelijk wel verbaasd over hoe hard wij konden werken!

Tijdens de namiddag bouwden jullie niet verder?

Nee, dan was het te warm. Na de middag gingen we naar het plaatselijke schooltje waar we met de kinderen van de kleuter- en lagere school spelletjes speelden en gekke dansjes deden. Erg leuk om te zien hoe competitief ze waren! Ze gingen er altijd volledig voor. Een klas bestaat uit misschien wel vijftig kinderen en verschillende leerjaren zitten er samen. Dat is ontzettend druk! Zo’n activiteit is soms gewoon pure chaos. Meestal verdeelden we hen in een groep met jongere en een groep met oudere kinderen. Bij momenten deed het me wat aan een jeugdbeweging denken… We hebben in dat schooltje ook een klaslokaal wat opgefrist door de muren een nieuwe laag verf te geven en er een regenboog en alfabet op te schilderen.

(lees verder onder de foto)

Na de middag gingen we naar het plaatselijke schooltje waar we met de kinderen van de kleuter- en lagere school spelletjes speelden en gekke dansjes deden.
We hebben in dat schooltje ook een klaslokaal wat opgefrist door de muren een nieuwe laag verf te geven en er een regenboog en alfabet op te schilderen.

Hadden jullie ook wat vrije tijd?

Zeker, die brachten we door met ons gastgezin of we spraken af met de groep. We verbleven allemaal in gastgezinnen, dicht bij elkaar in Guéreo zelf. Elk weekend gingen we op uitstap om het land te ontdekken. Eén van die uitstappen was naar een voormalig slaveneiland met huizen in veel verschillende kleuren. Blijkbaar stond vroeger de kleur van het huis voor de nationaliteit van de slaaf die er mocht slapen. Het was allemaal erg mooi en leek idyllisch, maar het verhaal erachter zorgt toch een beetje voor een wrang gevoel… Wat wel positief is, is dat er nu een internaat gevestigd is voor Senegalese meisjes die goed scoren op school. Misschien klinkt het nog wat elitair, maar ik vind het toch al een beweging in de goede richting dat er intussen meisjes zijn die een deftige opleiding krijgen.

(lees verder onder de foto)

Eén van die uitstappen was naar een voormalig slaveneiland met huizen in veel verschillende kleuren. Blijkbaar stond vroeger de kleur van het huis voor de nationaliteit van de slaaf die er mocht slapen. Het was allemaal erg mooi en leek idyllisch, maar het verhaal erachter zorgt toch een beetje voor een wrang gevoel...

Wat neem je vooral mee van Senegal als land?

De mensen zijn er supervriendelijk en erg gastvrij. Ik verbleef samen met mijn vriendin in een gastgezin waar een moeder woonde met haar dochtertje van vier, twee broers, een neefje, een zus, diens man en kind. De vader verbleef voor zijn werk op een Spaanse boot. Het was een bont allegaartje en dan logeerden wij nog bij het kleinste gezin van het dorp. Soms wonen mensen er zelfs met 20 in één huis… De vrouwen onderling vormen samen een soort van community waarbij iedereen elkaar steunt. Er zijn bijvoorbeeld geen deuren in die huizen waardoor iedereen constant bij elkaar binnen en buiten loopt. Een ander voorbeeld van hun gastvrijheid is het thee drinken. Hoe hard de vrouwen er ook werkten – er moest en zou thee gedronken worden. Elke avond wel drie rondjes, maar net zo goed overdag tijdens elke pauze! Ze maken er echte theeceremonies van. Met een heel speciale techniek schenken ze superzoete thee in kleine glaasjes. In het begin vond ik dat helemaal niet lekker, maar intussen heb ik die thee hier zelfs al eens zelf proberen te maken! Wat ik tot slot absoluut meeneem, is dat de Senegalezen ontzettend dankbaar zijn. Wanneer ze dat tonen, doet dat toch iets met je.

Wat heb je als het grootste cultuurverschil ervaren?

Dat mensen er hun afval gewoon op de grond gooien en dat pas achteraf allemaal opkuisen. Als wij hen aanraadden om hun vuilnis meteen weg te gooien wilden ze dat advies niet aannemen. Op dat vlak zijn ze erg standvastig of zelfs koppig in hun gedachtegang. Het was vreemd om te zien dat ze zoiets “gewoons” niet willen invoeren maar bijvoorbeeld op vlak van smartphones, instagram en internet wel helemaal mee zijn. Misschien komt dat laatste doordat ze vroeger gekoloniseerd waren door Frankrijk. Toen we bijvoorbeeld vanuit Dakar naar Guéreo reden leek het soms alsof we door Frankrijk zelf reden. Er waren overal nieuwe wegen en verkeersborden en op een gegeven moment reden we zelfs langs een supermodern voetbalstadion met allemaal lichtjes en kleurtjes. Een kilometer verder zag je dan weer alleen nog sloppenwijken.

(lees verder onder de foto)

Waar staat het project nu?

De groep die er voor ons was had voornamelijk voor de fundering van het gebouw gezorgd, waarna wij de muren verder afgewerkt hebben. Tegen het einde van de reis waren net de steunbalken voor het dak gegoten. Intussen is het gebouw in gebruik door de vrouwen van het dorp. Ze naaien en herstellen er kleren, maar maken ook zeep en honing. Na ons is er nog een andere groep met onder andere een naaister en een imker aan de slag gegaan om deze vrouwen alles aan te leren. Op die manier wordt maximaal ingezet op duurzaamheid.

Ga je in de toekomst nog meer inleefreizen maken?

Wel, dit jaar ga ik met een groep meisjes voor Bouworde vzw naar Marokko! We gaan er in een bergdorpje waterputten herstellen zodat de vrouwen uit het dorp minder lang en minder ver onderweg zijn naar een werkende waterput. Op die manier is er meer tijd om zichzelf op andere vlakken te ontwikkelen of zelfs om gewoon eens wat leuke dingen te doen, in plaats van altijd of alleen maar te werken.

We wensen je alvast een goeie reis.

Het atelier voor de vrouwen uit het dorp.
Deel dit artikel
THEMA