Vanaf 23 maart tot 18 augustus organiseert het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen (KMSKA) een overzichtstentoonstelling over Jef Verheyen (1932-1984). Jef groeide op in Nijlen en zijn uitzonderlijke talent werd al op jonge leeftijd opgemerkt. BEKEND sprak met drie broers van de kunstenaar: Herman (84), Luc (77) en Jan (87).

TekstKurt Heylen FotografieFille Roelants

Creatieve jeugdjaren

Jef was de oudste zoon in een gezin van 10 kinderen. Toen hij twee jaar oud was, verhuisde de familie van Itegem naar Nijlen. Ze vestigden zich in een huisje op het Kerkplein, recht tegenover de locatie waar nu de bibliotheek staat. In 1937 verhuisden ze naar de Nonnenstraat. Zijn vader, een binnenschilder, opende daar een schilderswinkel, waar ook zijn moeder in meewerkte.

Herman: “Dat klopt, in ons huis aan de Nonnenstraat hebben we allemaal een onbezorgde jeugd gehad. Onze Jef was de oudste en al snel werd duidelijk dat hij een creatieve ziel had. Toen ik op de lagere school zat, moesten we eens eikenbladeren tekenen. Ik was eraan begonnen, maar onze Jef had ze verder afgewerkt. De volgende dag vroeg de meester als eerste of ik dit had getekend of dat onze Jef had geholpen.”

Jan: “Met onze Jef en zijn vrienden was er altijd animo in de buurt. Toen de oorlog op zijn einde liep, spookten ze als tieners vanalles uit. Hij had eens Engelse soldaten zien landen met een ronde parachute. Hierdoor geïnspireerd sprong hij ooit met een grote paraplu van ons dak! Ze hebben ook eens telefoondraad en een installatie gestolen van de Duitsers en bouwden hiermee in Nijlen tussen verschillende huizen van vrienden een eigen telefoonnetwerk. In ons grote gezin was er altijd wel iets te beleven.”

Student schilderen, tekenen en keramiek

Luc: “Iets later wilde onze Jef naar de academie in Lier. De gemeente Nijlen heeft toen zelfs bijgedragen aan zijn inschrijvingsgeld. Hij schreef zich in voor de richting huisschilder, marmer- en houtschilderen. Toen hij afstudeerde, moest vader mee naar de eindejaarstentoonstelling. Hij had verwacht een knap staaltje marmerimitatie te zien van zijn zoon. Toen ze in de academie aankwamen, stond er in een zaal één schildersezel met een rood fluwelen doek erop. Niet met een imitatie van marmer of hout, maar met een prachtig geschilderd stilleven. Tijdens zijn opleiding werd hij aangesproken door een leraar, Jan Frans Ross, die meer potentieel zag in onze Jef dan alleen maar huisschilder. Hij spoorde hem aan om lessen kunstschilderen te gaan volgen. Met zijn stilleven werd hij dat jaar laureaat van de academie van Lier en kreeg hij een zilveren medaille mee naar huis.”

Jan: ‘Op zijn 18e ging hij verder studeren aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Veel geld om al het materiaal te kopen was er niet, dus moest hij creatief zijn. Een buurman die schrijnwerker was, maakte kaders en spieramen. Als doek gebruikte hij lakens. En ik moest hem dan helpen met er een grondlaag op te zetten in loodwitte verf.’

Herman: “En als hij uit eten ging in een restaurant, ging hij met enkele vrienden-kunstenaars naar restaurants met schilderijen. Ze vroegen of ze er konden eten in ruil voor een kunstwerk. Ze bezochten uitvaarten van onbekenden om zo te kunnen aanschuiven aan de koffietafel. Om wat extra geld te verdienen, schilderden de studenten-kunstschilders ook huizen. Van die vrienden uit Antwerpen zijn er ook veel bij ons thuis geweest, allemaal jonge mannen destijds. Maar nu zijn daar toch enkele grote namen bij, zoals Fred Berrevoets, Panamarenko, Wannes Van De Velde, …”

©Fille Roelants

Een carrière met vallen en opstaan

Jan: “Tijdens zijn studies ontmoette hij keramiste Dani Franque. Ze trouwden in 1955 en openden een keramiekwinkel tegenover het Rubenshuis. Onze Jef was niet alleen een schilder, maar ook een getalenteerd keramist. In zijn keramiekatelier hing een verzameling foto’s, knipsels en prenten van over de hele wereld. Hij raakte enorm gefascineerd door China en het Oosten en door de rotstekeningen en maskers uit Midden- en West-Afrika. Je kon voelen dat hij een sterke drang had om de wereld te ontdekken.”

Luc: ‘In 1957 reisde hij naar Milaan en ontmoette daar de kunstenaar Lucio Fontana. Deze ontmoeting betekende echt een keerpunt in zijn carrière. Hij begon in die periode monochromen te maken. Dat zijn schilderijen met slechts één kleur. Van de figuratieve schilderijen die hij vroeger maakte, bleef niets meer over. In die periode vond hij aansluiting bij de ZERO-beweging. Een kunstenaarscollectief waar licht, beweging en monochrome schilderkunst de belangrijkste kenmerken zijn. Zijn schilderij ‘Le Voile du Mystère’ is het bekendste werk uit die periode.’

Herman: ‘Rond 1960 verhuisde hij met zijn vrouw naar het Franse Vallauris in de Provence. Hij begon vanaf de jaren zestig ook meer kleur en licht te gebruiken in zijn schilderijen. Ik schilder zelf ook en probeer de techniek van onze Jef te achterhalen, wat heel moeilijk is. Hij liet geen pottenkijkers toe in zijn atelier, zelfs wij als broers mochten niet op zijn vingers kijken. Wat we zeker weten, is dat hij niet met olieverf werkte zoals andere kunstschilders. Hij gebruikte een heel matte op water gebaseerde verf uit de schilderswinkel. Op geen enkel werk zie je een penseelstreek. Alles is vlak en egaal, lijnen zijn perfect recht, cirkels perfect rond. Het is voor iedereen een mysterie hoe hij dat allemaal klaar heeft gekregen.’

Jan: ‘In 1959 kreeg Jef de prijs van Zwitserland voor abstracte schilderkunst. Hij had een deal kunnen maken met een Zwitserse zakenman, een ijshandelaar. De man betaalde hem vijf jaar lang elke maand een vast bedrag. In ruil hiervoor moest Jef jaarlijks drie schilderijen aan de Zwitser leveren.’

Het noodlot

Luc: ‘Jef heeft in zijn leven veel kunstwerken gemaakt, waaronder schilderijen, litho’s, zeefdrukken en keramiekwerken. Het was een kunstenaar in hart en nieren. Maar in 1984, op 52-jarige leeftijd, kwam er een tragisch einde aan zijn leven. Tijdens de tweede kamp van een judowedstrijd in Frankrijk kreeg hij een hartaanval en hij overleed op de judomat. Jef is begraven in Frankrijk.’

Herman: ‘Natuurlijk zijn we ontzettend trots op onze broer en enorm dankbaar voor de tentoonstelling ‘Venster op het oneindige’ in het KMSKA. We willen iedereen uit Nijlen aanmoedigen om de expo in Antwerpen te bezoeken. Het wordt gegarandeerd een fantastische ervaring.’

EXPO KMSKA
Jef Verheyen
Venster op het oneindige
23.03.2024 – 18.08.2024

Ik trachtte zowel in de keramiek als in mijn schilderijen een soort ‘essentie’ te bereiken.
Jef Verheyen Foto: © Lothar Wolleh

Lokaal bestuur Nijlen organiseert een uitstap naar het KMSKA op zaterdag 15 juni 2024.
Hierbij bieden we de Jef Verheyentour aan onder begeleiding van een gids (1,5 uur) en een vrij bezoek aan het KMSKA gedurende 1,5uur. De bus wordt voorzien door lokaal bestuur Nijlen.
Vertrek: 13.00u op A. Hermansplein – We verwachten terug te zijn rond 18.00u.
Kostprijs: €27
€7 met museumpas
€5,40 uiTpas met kansentarief

Inschrijven kan via www.ticketgang.be, KLIK HIER en zoek nijlen
Je kan ook inschrijven aan de balie van het gemeentehuis.

Let op, de plaatsen zijn beperkt.

Deel dit artikel
THEMA