Bloed doneren aan het Rode Kruis: dat is bijna letterlijk het beste van jezelf geven. Het is ook meer dan ooit nodig. Wij gingen praten met Ken Verhaegen (39), een jonge kerel die ondanks zijn leeftijd al een ancien is in het bloed geven. Hij vertelt ons waarom bloed geven ook gewoon een gezellige avondactiviteit kan zijn.

Ken, wanneer ben je begonnen met bloed geven en waarom?

Van zodra ik mocht, toen ik 18 werd dus, heb ik voor het eerst bloed gedoneerd. Mijn opvoeding en mijn familie waren hierbij de twee voornaamste motivaties. Tijdens mijn opvoeding kreeg ik veel mee over burgerzin, sociaal geëngageerd zijn en steunen waar en voor wie dat nodig is. En dat is volgens mij helemaal terecht. Beeld je maar eens in dat jijzelf of iemand die je dierbaar is in het ziekenhuis belandt en veel bloed verliest. Als de verpleging dan de voorraadkast open trekt, dan heb je graag dat er van de juiste bloedgroep nog wat voorradig is.

Ook mijn familiale achtergrond speelt een stuk mee. Mijn grootouders Fonne Verhaegen en Maria Kegelaers stonden mee aan de wieg van de Rode Kruis-afdeling Nijlen. Vava is reeds langere tijd overleden maar moemoe heeft nog lang de uitleendienst van het Rode Kruis gedaan. Zo lang ze kon bleef ze ook aanwezig bij de bloedafname zelf. Zij zat op de plaats waar je nu bij Gerda een geschenkje krijgt. Toen ik tiener was vroeg ze me vaak om te komen helpen met stoelen en tafels klaarzetten en opruimen voor de bloedafname. Dan zie je al hoe zo’n bloedafname verloopt en ik wist al snel heel zeker: dit ga ik ook doen van zodra ik mag en kan.

Heb je een idee hoeveel liters bloed je sindsdien gegeven hebt?

Neen, maar ik ben wel benieuwd nu. Laten we dat eens proberen te berekenen. Op je donorkaart staat je aantal donaties. Ik zit ondertussen al aan 70 donaties (trots). Er wordt per keer ongeveer 450 tot 470ml afgetapt. Dat maakt 32 liter!

Elvire Seliaerts van Rode Kruis Nijlen en Ken Verhaegen

Wat gebeurt er precies als je bloed gaat geven?

Op 22 jaar is er veel veranderd. Overal is er digitalisering en controle. Door online een account aan te maken en een tijdstip te kiezen, kan je de wachttijden ter plaatse beperken. Bij aankomst meld je je aan, vul je een vragenlijst in en vervolgens is er een gesprek bij de dokter. Het is goed dat die vragenlijst af en toe kleine wijzigingen ondergaat. Dat maakt je alerter en zorgt ervoor dat je niet zomaar overal blind “neen” gaat aanduiden. Vervolgens krijg je bij een medewerker een bak mee met daarin de zakjes voor het bloed en meerdere proefbuisjes. Dat worden er precies ook elke keer meer. Maar goed, alles voor de wetenschap, want als er achteraf iets mis is of ontdekt wordt in je bloed laten ze je dat ook weten.

Je mag aangeven in welke arm je het liefst hebt dat ze bloed prikken en vervolgens leg je je op een bed. Een verpleegster maakt de voorbereiding en een andere verpleger prikt de naald. Ze vragen je elke keer ter controle om je naam en geboortedatum. Mijn telefoonnummer krijgt de verpleegster ook als ze wil… Er wordt wat gelachen en gezwansd. Veel medewerkers en verpleegsters komen ook uit de regio wat maakt dat je de meesten al goed kent na een tijdje. Ik denk dat voor sommige mensen het zien van die vertrouwde gezichten uit de eigen regio in plaats van wildvreemden, wel een verschil kan maken bij het bloed afnemen.

Als je het ingestelde volume bereikt hebt, gaat er een alarm af en ben je klaar. Een sympathieke medewerkster komt dan een verband om je arm leggen. Voorzichtig rechtstaan is de boodschap, want je kan even duizelig worden. Dan ga je met je “bedankt”-bonnetje langs Gerda voor een attentie en je blijft nog even in de zaal voor een koekje en een drankje. Zeker op dat gebied mogen voor mij die corona-omstandigheden snel voorbij zijn. Een bezoek aan de bloedafname is in betere omstandigheden een niet te onderschatten belangrijk sociaal gebeuren.

Alles bij elkaar mag je hier toch 45 minuten voor rekenen. Hopelijk is dit voor toekomstige donors geen reden om het niet te doen. Maak er juist tijd voor vrij, plan de afspraak in je agenda, vier keer per jaar.

Voel je er de dag erna nog iets van?

Nee, absoluut niet. Soms ben je dezelfde avond nog een beetje stijf in de elleboog van je arm waar er geprikt werd. Uit ervaring heb ik intussen ook geleerd dat je beter vooraf gaat sporten in plaats van nadien.

Wat zeg je tegen mensen die twijfelen om ook bloed te geven?

Geef het een kans en kom je eens aanmelden. Breng de eerste keer een partner of kennis mee die dit al doet. Bespreek je bezorgdheden met de aanwezige arts. Nieuwe donors krijgen ook een ander type bandje, ofwel zit discreet in hun code verwerkt dat het hun eerste keer is. De medewerkers merken dat dan meteen op en zullen je steeds proberen gerust te stellen.

Heb je ook al eens plasma gedoneerd?

Nee. Op de regionale bloedafnames gaat het enkel over bloeddonatie. Voor het doneren van plasma kan je in gespecialiseerde centra terecht.

Hoelang wil je nog bloed blijven geven?

Ik hoop dat mijn gezondheidstoestand het toelaat om het nog lang te mogen en kunnen doen. In elk geval zou ik heel graag de legendarische 100 beurten behalen.

In elk geval zou ik heel graag de legendarische 100 beurten behalen.
Ken Verhaegen

GEEF BLOED IN MAART:

Nijlen
Dinsdag 8 maart 2022
18u – 20u30

Parochiezaal O.-L.-V.-Nijlen, Bouwelsesteenweg 197 A, 2560 Nijlen
MAAK HIER JE AFSPRAAK
____________________________________________

Kessel
Dinsdag 22 maart 2022
18u – 20u30

Parochiezaal Kessel-Station, Torenvenstraat 5, 2560 Kessel
MAAK HIER JE AFSPRAAK
____________________________________________

Bevel
Woensdag 23 maart 2022
18u – 20u30

Parochiecentrum Den Heerd, Bevels Heerdplein 1, 2560 Bevel

MAAK HIER JE AFSPRAAK
____________________________________________

Kessel
Dinsdag 29 maart 2022
18u – 20u30

Gemeenschapscentrum ’t Dorp, Berlaarsesteenweg 2, 2560 Kessel
MAAK HIER JE AFSPRAAK

Deel dit artikel
THEMA