Op een mooie locatie in het groen, ergens in Nijlen aan het eind van een klein avontuurlijk landweggetje, bevindt zich de werkplaats van Dierbaar Design, een restauratiebedrijf dat modernistisch designmeubilair herstelt en eert sinds 1998. Ik bevind me in de werkplaats, omringd door meubelen die smeken om een tweede kans. Hier gebeurt het allemaal. Hier komen verhalen en meubelen tot leven. Ik praat met Gerry Vervoort, de inspirator en zaakvoerder, over zijn verlangens en drijfveren.

TekstWendy Maris

Vanwaar komt de naam Dierbaar Design?

Ik ben eigenlijk gestart als verzamelaar. Ik studeerde destijds ‘Interieur en Meubel’ bij Thomas More in Mechelen. Ze toonden ons dan meubels op dia en ze moedigden ons aan om die meubels in het echt te gaan bekijken en uittesten. In sommige publieke ruimtes konden we wel meubels vinden, maar niet alle meubels waren altijd beschikbaar en dus kocht ik die maar. Zo stond deze schuur op een gegeven moment vol met stoelen. Het was noodzakelijk dat ik een selectie begon te maken. En dat deed ik op basis van de verhalen achter het meubel. Waar had het gestaan? Wie had erop gezeten? Ik begon opnames te maken bij mensen die hun meubels aan mij verkochten. Ik filmde het verhaal achter het meubel. Op die manier werd ik een schakelfiguur tussen twee verhalen en eigenaars. Dierbaar Design werd geboren.

Waarvoor kan ik bij Dierbaar Design terecht?

Al snel bleek dat ik een voorliefde had voor modernistisch design. Ik was geïnteresseerd in meubels van na 1900, maar er was geen specifieke opleiding restauratie voor te vinden. Zo werd ik een beetje autodidact; ik studeerde meubelrestauratie, houtbewerking, fineer, automechanica, oldtimerrestauratie, zwembadbouw, … Alles om er maar voor te zorgen dat ik modernistische designmeubelen kon herstellen en behandelen. Ik wou al die “nieuwe” materialen begrijpen: marmer, plastiek, polyester, aluminium, leer, stof en ga zo maar door. In andere vakgebieden vond ik kennis over die specifieke materialen. Zo kon ik na verloop van tijd mensen met een voorliefde voor modern design een goede service bieden. Wat later werd ik dan door een meubelfabrikant gevraagd om restauraties te doen. Dat doen we nog steeds. Onze focus is nog altijd om iemands kostbaar meubelstuk zo te restaureren dat het nog lang in de familie kan blijven en deel kan blijven uitmaken van de verhalen. We werken nu vooral met externe klanten die zelf met hun meubels langskomen. We hebben een partnerschap met bekende designmerken: Vitra en Knoll. Bij Knoll hoort nu ook Herman Miller dus ook die meubels herstellen we.

Zit het restaureren in jouw bloed? Waar komt die liefde voor schoonheid en geschiedenis vandaan?

In het middelbaar studeerde ik al kunst in Herentals. In mijn klas zat ook een stille Jimmy Kets, ondertussen een bekend fotograaf en documentairemaker, en een praatgrage Linda Mertens, zangeres van Milk Inc. In de richting beeldende kunst mochten we volop experimenteren met verschillende materialen. Dat was achteraf bekeken een grote zegen, al besefte ik dat toen nog niet. In die tijd begon ik ook fuiven te decoreren voor Nic Keirsmaekers, alias DJ Zoltan. Hij nam me toen mee naar Berlijn om een vrachtwagen te decoreren voor de Love Parade. Zo werkten we jaren samen. Ik deed het allemaal na de uren en zag er niet echt een toekomst in voor mij. Maar op een dag hadden Nick en ik een goed gesprek. Hij zei: ‘Het kan niet dat jij in “den bouw” staat (in het familiebedrijf Vervoort bij zijn vader en broer) en in het weekend dit soort dingen maakt.’ Hij gaf me het zelfvertrouwen dat ik nodig had om mijn passie te volgen. Daardoor schreef ik me in voor de opleiding ‘Interieur en Meubel’ in Mechelen. Mijn passie voor meubels is daar begonnen. Die leraren waren ongelooflijk gepassioneerde mensen die heel ver gingen om ons te inspireren. Het was een jong team dat ons stimuleerde om echt te gaan voelen en ervaren. Om de meubels te gaan ontmoeten. Een zaadje werd geplant. Het effect van een geïnspireerde leraar die jou ziet en begrijpt, is van onschatbare waarde. Die momenten daar waren een keerpunt voor mij. Ik herinner me een uitstapje naar Parijs tijdens het weekend met enkele andere studenten. Ons doel was het gebouw bezoeken waarover gesproken werd tijdens de les. En de beleving van zo’n gebouw, van architectuur of van meubels is heel anders dan de theorie. Voor mij zijn dat haast religieuze ervaringen.

Ik las op de website: ‘Wij zijn experts in het aanpakken van het probleem dat anderen vrezen op te lossen.’. Dat is een gewaagde stelling!

Goh. We kunnen zo goed als alles herstellen, op plastics na. Momenteel zitten we in een werkgroep rond plastics, samen met het Design Museum Gent en UGent. Het gaat dan over hoe plastics te restaureren. Het is een nieuw materiaal, amper 40 of 50 jaar oud en als er een breuk is in bepaalde plastics, dan is er soms geen oplossing. Soms kan het nog gelast worden, maar andere stukken zijn voor de vuilbak. Voor het overige kunnen wij quasi alles restaureren. Op dit moment hebben we een tafel in een Rio Palissander, dat is een houtsoort. De tafel bezit ook zilver inlegwerk en we moeten de tafel opnieuw fineren en de medaillons terugplaatsen. Dat vergt natuurlijk heel wat puzzelwerk. Vaak is Dierbaar Design de enige die nog kan helpen in zo’n complexe situatie. We gaan heel ver voor een goed resultaat, al vraagt dat ook tijd. Soms veel tijd! Een kleine herstelling duurt pakweg een maand. Een restauratie pakweg zes tot twaalf maanden. Maar de complexere restauraties nemen ergens tussen één en vijf jaar in beslag. Sommige klanten brengen een halve stoel binnen. We moeten dan op zoek naar gelijkaardige stoelen. Een hele zoektocht langs musea, verzamelaars en instellingen. Gelukkig worden we meestal vriendelijk verwelkomd. Een grote restauratie is niet altijd evident. Zonder productietekeningen of kennis is het heel wat zoeken, proberen, testen, vallen en opstaan.

Heb je vooral internationale klanten of zijn het mensen van bij ons?

We hebben heel lokaal, laat ons zeggen in Groot-Nijlen, een paar klanten. In de provincie Antwerpen hebben we meer klanten. Ik denk dat ons cliënteel voor de helft Belgisch is en voor de helft buitenlands. Onze website is in het Engels en Nederlands, maar ik vind het Nederlands heel belangrijk. Zo was het voor mij ook een weloverwogen optie om “Dierbaar” in de titel van ons bedrijf te houden, zelfs toen we meer internationaal werden. Onze klanten uit Noord-Korea of Indonesië begrijpen het natuurlijk niet, maar dan leg ik het graag uit en dat brengt dan weer connectie.

Heb je in al die jaren een voorkeur ontwikkeld voor bepaalde materialen of meubels?

Ik hou enorm van afwisseling. Als ik met meubels van voor 1900 zou werken, dan zou dat mij beperken tot het werken met massief hout. Ik voel dan meer voor het modernistische design. Hierdoor kan ik enorm diversifiëren, verschillende technieken toepassen en mezelf uitdagen om bij te leren. Ik hou ervan om de meubels te restaureren, maar ik geniet er nog meer van om de glimlach op de mensen hun gezicht te zien als ze het komen ophalen. Onlangs had ik een mevrouw die een kwartier stond te huilen toen ze het eindresultaat zag. Het was een meubel uit haar kindertijd dat we volledig herstelden. Haar vader was een vrije wereldreiziger, waardoor hij haar enkel twee stoelen naliet. In haar kindertijd waren de stoelen blauw-paars en later kregen ze een andere stof. We zorgden ervoor dat ze er opnieuw uitzagen zoals in haar kindertijd en gaven haar wat restanten mee van de oorspronkelijke stof. Dat zijn de dingen die me raken. De verhalen komen nu tot mij via de mensen.

Is er een project dat je heel speciaal vond?

Af en toe mag ik zo eens een oude held helpen. Zo mocht ik de oude salontafel van Bobbejaan Schoepen restaureren in opdracht van zijn dochter. Dat was natuurlijk écht plezant!

Wat ook wel leuk is… Het oude altaar van de kerk van Bevel staat hier gewoon in ons atelier. Het was een schenking van Roger Claes, een bekende lokale steenkapper. Eigenlijk was de Gris d’Ardenne, de steen waaruit het gemaakt is en die niet meer ontgonnen wordt, bestemd voor Robert De Niro. De Niro wou het altaar in stukken laten snijden om zijn badkamer ermee te bekleden. Roger zat in zak en as toen hij het vertelde aan mij. Hij wou het altaar van zijn vader bewaren, gezien die er ook een relikwiebakje en enkele ingelegde kruisjes had ingekapt. Al zwanzend stelde ik Roger voor dat ik het altaar wel bij mij zou zetten en bewaren, op voorwaarde dat hij af en toe zou binnenspringen voor een koffie. En dat doen we nog steeds! We gebruiken het altaar nu ook als vlaksteen. Als de stoel op het altaar niet kwakkelt, dan is de stoel niet het probleem.

Het voormalige altaar uit de kerk van Bevel. Dankzij het volledig vlakke en waterpas oppervlak wordt het in het atelier vaak gebruikt om meubels die onstabiel staan opnieuw goed af te stellen.
Deel dit artikel
THEMA